Neem van mij aan dat u het hieronder staande echt niet wilt lezen!! Maar ik kan u natuurlijk niet tegenhouden...
De HUT, ach het is al zo vaak verteld, maar dat is misschien ook een goede reden om het juist eens een
keer op te schrijven. Op zo'n manier zijn ten slotte de gebroeders Grimm ook groot geworden, dus wie
welk een carrière-boost mij nog te wachten staat na het voltooien van dit epistel. Daarbij moet ik wel
de kantteking maken, dat hetgeen ik hier zal gaan mededelen geenszins een sprookje is, maar de waarheid,
niets dan de pure waarheid.
We schrijven Anno Domini 1997 - op de kop af vijf jaar geleden, als dat geen reden is voor een feestje.
Het 52e bestuur der Utrechtse Geologen Vereniging heeft onder de bezielende leiding van de heer
M.J.G.W. besloten dat de Kleine Buitenland eXcursie der U.G.V. dit voorjaar naar Frankrijk zal
gaan. En dan niet zo maar naar Frankrijk, maar naar het meest groene en regenachtige gebied van
Frankrijk: Les Vosges, ofwel de Vogezen. Een landschap van groene heuvels en kleine bergjes – in het
Frans ballons genaamd - , waar de Tour de France ook nog wel eens een enkel keertje overheen wil komen.
Grote uitvallers zijn er daar echter zelden, hoewel er soms best wel even op de tanden gebeten moet
worden. Door de natheid en de groenheid liggen de geologische ontsluitingen dan ook niet allemaal
even duidelijk naast elkaar, maar moeten af en toe de nodige kilometers over deze bergjes worden
gemaakt. Het landschap dankt zijn huidige vorm vooral aan het vormen van de Rijnslenk en het sluiten
van de oude oceaan tussen het Europese vasteland en Italië. Men zou dus ook een beetje kunnen spreken
van uitlopers van de Alpen. Maar goed, het gaat nu niet om de geologie van de Vogezen, want dat is
immers niet relevant voor ons heden, maar veeleer om wat zich tijdens deze excursie zoal afspeelde.
Zoals ik al zei, er moesten kilometers gemaakt worden en echte geologen doen zoiets niet op de fiets.
Neen, zij huren daartoe busje, bijvoorkeur bij het Faciliteiten Bureau van de Universiteits Utrecht,
omdat je dan ook met slecht weer altijd een zonnetje bij je hebt. (En natuurlijk is het goedkoper,
maar dat is saai om op te schrijven). Busjes dus. En tussen al die kilometers groen en geologie in valt
zo af en toe de nacht. Voor de nacht zoekt de geoloog nog wel eens een tent op tijdens dit soort
excursies, maar na de financieel gezien buitengewoon goede jaren '94-'95 en '95-'96 meende de fiscus
en de accessor (ja, dat is geologisch gezien wel goed gespeld) sponsoring van het 52e bestuur,
respectievelijk mevrouw B.E.C. en dhr. T.J.P.K., dat het wel wat luxer kon en dus werd er gezocht naar
een groepsgebouw dat een beetje centraal lag in het te bezoeken gebied. Dit werd ras gevonden en bleek
ook uitstekend te voldoen. Er was volop ruimte om te bieren, te borrelen, te slapen en wat een mens
zoal nog meer doet 's nachts, maar bovendien was er zelfs ruimte en een grote tafel voor
gezelschapsspelen als the Great Dalmuti. (U zult hebben begrepen dat de Kolonisten van Catan nog niet
uitgevonden waren). De abactis van het 52e bestuur, dhr. D.J.J. van H., had een duidelijke Unitas en in het
bijzonder Miölnir achtergrond (het Geologisch College van Unitas S.P.). Hij was er dan ook de oorzaak
van dat in excursiegids en taalgebruik ter plekke het woord 'hut' gebezigd werd als er over het
betreffende onderkomen werd gesproken. Maar daarmee zijn wij nog ver af van de herkomst van Dè Hut.
Eerst is het nodig om nog wat andere personen ten tonele te voeren. Het deelnemersveld vulde namelijk
een busje of 3, 4 en bij een vrije buskeus hebben de oude rotten al gauw de neiging elkaar op te zoeken.
Zo belandden een negental doorgewinterde geologen, in aanvangsjaar variërend van 1990 t/m 1994 bij
elkaar in een busje. Sommigen kenden elkaar door en door, want zij waren jaargenoten, hadden
gezamenlijk in het U.G.V.-bestuur gezeten of in de Activa-commissie. Anderen hadden buitengewoon goed
geïntegreerd en waren op die manier bekend met elkaar geworden. Er was zelfs sprake van een gezonde
mengelmoes van geologen, geochemen en geofysici, want de groep waar ik het over heb bestond uit de
dames E. Rosendaal, W. Kronemeijer, H. Avenarius, K.A. Beintema en B. Hulscher, en de heren J. ter Heege,
P.L.F. Fleuren, L.C. Pollemans en ondergetekende, J.W. de Blok. Toeval wilde dat ook in de hut een
kamer was, ruim genoeg om dit hele gezelschap gezamenlijk te herbergen, aangevuld met het koppel
Q.C. en S.M. ten G. Natuurlijk gedroeg deze groep zich uitermate ervaren, zette men zich volkomen
terecht af tegen de jonkies, waaronder het bestuur. Niets werd zonder meer aangenomen en zeker niet de
geologische uitleg van de abactis Van H., die waar hij ook maar de kans kreeg deze greep om de
formatie als hoornrots te bestempelen (een contact-metamorf gesteente naast intrusies), wat in het hele
gebied nauwelijks voorkomt). Bij de tussenstop werd een ieder overruled door luide muziek uit het oude
rotten busje, met name van Dolly Parton en Kenny Rogers, door de geleende versterker en speakers van
de voormalig beschermschijnheilige van de praeses, de heer R.D.V.
Pollemans en De Blok, DB-ers van het wereldschokkende 50e Bestuur der U.G.V., waren de mannen die het
eerste initiatief namen tot wat later aanleiding zou worden tot de HUT. Dagelijks om half 10, als het
eerste excursiepuntje net wel of net niet bereikt was, hadden zij de goede gewoonte de dag te openen
met een flesje Kronebourg 1664, alwaar het busje in ruime mate van was voorzien. U weet wel, bier met
van die leuke franse twist-sluitingen. Binnen een dag of drie, vele meters hoornrots en vele liedjes
van Dolly en Kenny later, werd de gewoonte goed overgenomen en zo gebeurde het dat ook direct na de lunch
de betreffende bus de neiging had om bier tot zich te nemen. Van H. had dit echter in de smiezen en het
anarchistisch gedrag van de oude rotten zinde hem natuurlijk allang niet meer. Dus in beleefde
bewoordingen kwam hij duidelijk maken dat het niet de bedoeling was om nu al bier te drinken, maar dat
dat moest wachten tot wij allen terug zouden zijn in de hut. U zult begrijpen dat er nauwelijks een
minuut voorbij ging of op de buitenkant van het busje prijktte de in inkt geschreven woorden "DE HUT"
en stap 1 was gezet.
Stap 2 werd pas een jaar later gezet. Het 53e bestuur, onder leiding van de heer S. "hoe zou het met
hem zijn?" S. had een nieuw doel voor de KBX bedacht: er moest overgevaren worden met de Hoover, want
het reisdoel van dat jaar was Devon & Dorset in het zuiden van Engeland. Zo gauw datum en reisdoel
bekend waren zochten de oude rotten elkaar weer op in een poging het plezier van het voorgaande jaar
opnieuw te beleven. Maar tijden veranderen, 's mensens agenda's lopen niet altijd gelijk, en het
gelukte dan ook niet hetzelfde gezelschap bij elkaar te krijgen. Niet getreurd, want er werd voldoende
vervanging gevonden. Het gezelschap Rosendaal, Ter Heege, Pollemans en De Blok werd uitgebreid met een
nieuw brok ervaren excursiegangers (ja, nieuw en ervaren gaat goed samen in deze context). Daar waren
dan de dames S.M. van Dijk en N. van V. en de heren M.P.A. Thomassen en J. Oostra.
Intermezzo: Niet voor de relevantie van het verhaal, maar wel omdat het vermeldenswaardig is: het
onderdak zou dat jaar niet in een gebouw zijn, maar men was toegewezen op eigen tenten. Dus algauw
werd Zeeuws-Vlaanderen op z'n kop gezet, op zoek naar de grote bungalowtent van de familie Rosendaal,
want allemaal kleine tentjes was natuurlijk niets, een groepsgevoel hoort te overheersen.
De nieuwe aanwas had zich al gauw de teksten van Kenny en Dolly eigen gemaakt, en op het busje prijktte
al gauw weer de tekst "DE HUT". Het anarchisme ging zelfs zover dat DE HUT tot tweemaal toe de rest
van de groep kwijtraakte, wat in een tijd zonder algemeen bezit van mobiele telefoons funest is voor
excursies. Maar goed, men vermaakte zich uitstekend en de geboorte van het HUTgevoel was na een jaar
draagtijd een feit (sorry Jolt, ik weet dat al je vrienden baby's krijgen, maar ik kon het niet laten).
Uit het gezelschap is eigenlijk alleen mevrouw Van V. verdwenen.
De tijd verstrijkt: 1999 de KBX gaat naar de Jura, maar de HUT gaat niet mee. De GBX daarentegen gaat
naar de Zwitserse Alpen en de heren Oostra, Ter Heege en De Blok zijn van de partij om de jeugd in
ieder geval Islands in the Stream bij te brengen.
Voorjaar 2000 brengt echter weer leven in de HUT. Iedereen wordt opgetrommeld, want de U.G.V. gaat
naar Normandië. La Normandie, waar voor de meeste aardwetenschappers het echte werk begon, na een
vlugge kennismaking in de Belgische Ardennen. La Normandie, land van Camembert, geallieerde landingen,
radioactieve vis, cider en Calvados. Maar inmiddels is men zo oud, dat men niet goed weet of men nog
wel met de U.G.V. mee wil. Een compromis wordt gezocht: men huurt zelf een busje, gaat op eigen
gelegenheid naar hetzelfde gebied, maar gebruikt de ervaring om de betere plekken te bezoeken en
een microklimaat op te zoeken voor de overnachting. Als slaaphut wordt gekozen voor een stacaravan
op camping Le Ranch te Le Rozel (onthou dat als je er nog eens op eigen gelegenheid heen gaat!
Beter is er niet te vinden!). De tweede nacht wordt echter doorgebracht in het gebouw waar ook de rest
van de U.G.V. zich bevindt. U zult begrijpen dat ik daarmee bijna aan het eind van mijn verhaal ben
gekomen. Want de laatste uitleg die u van mij te goed hebt, heb ik zojuist verklaard: DE HUT koos
voor een Alternatieve Kleine Buitenland eXcursie, dus een AKBX.
In 2001 was er even een dipje. In november 2000 werden de plannen van de U.G.V. rondgemaild; een ieder zette dit in zijn of haar agenda, maar toch kwam het
gewoon niet goed uit. De Hut moest verstek laten gaan, zowel bij de KBX als bij een AKBX. Mèt de
kanttekening, dat de heer De Blok uiteindelijk wel deelgenomen heeft aan de gewone KBX naar de
Ries-krater in Zuid-Duitsland.
Maar 2002 heeft weer veel goed gemaakt. Geheel onafhankelijk van de U.G.V. is een bestemming gezocht. Het oog viel dit
jaar op Duitsland, omdat twee Hutters daar momenteel woonachtig zijn. Dit is echter geen precedent
voor de toekomst. In 2003 kan het best weer een andere land worden. Niettemin werd het
een gezellig en drankrijk verblijf. Leken zijn uitgenodigd geweest en net niet helemaal gek gemaakt
met de geologie. Wat zal 2003 gaan brengen?
J.W. de Blok
h.t. Hutter
NB. Om begrijpelijke redenen zijn de namen van derden in dit epistel geïnitialiseerd. Alle foto's zijn gemaakt
tijdens de KBX Vogezen 1997.